Bouwgeschillen

Een bouwproject waar niets misloopt: wij wensen het iedere bouwheer toe.

Een bouwgeschil voor de rechtbank: wij wensen het niemand toe.

De nadelen van een rechtbankprocedure gelden in bouwgeschillen in het kwadraat. Een zaak waarin bv. de bouwheer, de hoofdaannemer, de architect, de stabiliteitsingenieur, het studiebureau, de onderaannemer ruwbouw, de onder-onderaannemer elektriciteit, de installateur van de liften, de keuringsinstantie, de onder-onderaannemer betonwerken en nog enkele onderaannemers betrokken zijn, zal voor de rechtbank steevast uitmonden in een jarenlange procedureslag.

Niet zelden begint het met een "kort" geding in het kader waarvan de rechtbank een deskundige zal aanstellen.  Een tijdsverloop van meerdere jaren tussen de oorspronkelijke dagvaarding en de neerlegging van het eindverslag van de deskundige, is helaas zeer courant.  Vervolgens moet men aan de bodemprocedure nog beginnen...  Als er onduidelijkheden in het verslag zijn, is een aanvullend verslag soms onvermijdelijk, om nog te zwijgen van allerlei incidenten over bevoegdheid, vertaling van stavingstukken, enz.  Wanneer men dan eindelijk een vonnis heeft over de grond van de zaak, kan de hele procedure opnieuw beginnen voor het Hof van Beroep...

Als spiegelbeeld van de aanzienlijke nadelen van rechtbankprocedures in bouwgeschillen, gelden de voordelen van arbitrage in bouwgeschillen eveneens in het kwadraat.

Voor bouwzaken (met uitzondering van kleinere bouwprojecten) werken we steeds met een college van drie arbiters of, indien nuttig (bv. talrijke problemen in meerdere vakgebieden) en voor grote projecten (+10 M€), vijf arbiters. De voorzitter van het arbitraal college is steeds een jurist, maar de overige arbiters zijn jurist of specialist in de problematiek die aan de orde is. Zodoende moet de vakdeskundige geen uitgebreid verslag maken voor de rechtbank om de rechtbank uit te leggen waarover het gaat.

De vakdeskundige maakt eenvoudigweg deel uit van het arbitraal college, wat aanleiding geeft tot huizenhoge besparingen (zowel financieel als qua tijd).

In een zo vroeg mogelijk stadium van de arbitrale procedure wordt een plaatsbezoek georganiseerd.

De vakdeskundige tracht de partijen te verzoenen. Als de oorzaak en de oplossing van de problematiek voor de vakdeskundige snel duidelijk is, kan daarover in het kader van besprekingen over een minnelijke oplossing onmiddellijk worden gecommuniceerd. Nu de vakdeskundige deel uitmaakt van het arbitraal college (en over technische kwesties die tot zijn vakgebied behoren de facto een zeer belangrijke stem heeft), bereiken partijen in zo’n geval zeer vaak een minnelijke oplossing. Als daarentegen een voorafgaande bemiddelingspoging geen akkoord oplevert, verloopt de procedure verder als een klassieke arbitrage, waarbij knopen worden doorgehakt en een oplossing wordt aangereikt aan een tempo dat voor de rechtbanken niet denkbaar is.

Nu de procedure veel sneller verloopt dan voor de rechtbank, liggen de kosten steevast aanzienlijk lager.

Voor kleinere bouwprojecten wordt gewerkt met een arbitraal college samengesteld uit één arbiter, die zich indien nodig laat bijstaan door een vakspecialist.

In bouwgeschillen kan ook de zgn. mini-trial een meerwaarde bieden: een college samengesteld uit een onafhankelijke derde, naast leden van het management van beide partijen, werkt een oplossing uit die de waarde heeft van een minnelijke regeling.

Voor grote bouwprojecten bieden we ook de formule van "on the spot" conflictoplossing aan, die de vorm kan aannemen van een permanente beschikbaarheid van een mediator/arbiter, tot en met full-time aanwezigheid van een mediator/arbiter op de werf.

Om jarenlange, waardevernietigende en tijdrovende procedureslagen voor de rechtbank te vermijden, volstaat het er een gewoonte van te maken om systematisch in elk contract of in alle bestelbons of algemene voorwaarden gebruik te maken van de CEDIRES arbitrageclausule.

Als daarvan geen gebruik werd gemaakt in het contract, maar de wil van alle partijen om te kiezen voor arbitrage bestaat, dan volstaat het een arbitrageovereenkomst te sluiten.

De vrijgekomen tijd en middelen door het vermijden van een rechtbankprocedure, kunnen dankzij de keuze voor arbitrage worden gebruikt voor constructieve doeleinden.